Marie is 12, mager en heeft blonde sprietharen, een smalle mond, grijsblauwe ogen en een grote neus. Ze haat haar naam en kan niet begrijpen waarom uitgerekend zij in dit lichaam moet wonen. Misschien dat ze daarom zo vaak zo somber is en dwars. Het gedrag van haar oude en eigenzinnige lerares juffrouw Kjaer fascineert Marie. Niemand weet iets van haar af en dan op een dag wordt uitgerekend Marie door juffrouw Kjaer uitgenodigd om op haar verjaardag te komen. Ze vertelt Marie over haar enige, grote liefde. Hij liet haar ondanks al zijn beloften veertig jaar geleden in de steek. Af en toe stuurt hij haar nog een ansichtkaart uit verre oorden. Marie heeft het gevoel dat ze iets moet doen.