Wiskunde voor de Basisschool B gaat vooral over meetkunde.

Elk hoofdstuk begint met een korte uitleg. Daarna volgen een paar oefeningen. Je kan in dit werkboek helemaal zelfstandig werken, maar het is ook leuk om het samen met een ander te doen.

In het eerste hoofdstuk van dit deel maak je kennis met hoeken. Daarna ontdek je hoe je de hoeken van driehoeken kunt uitrekenen en gaan we kort in op de lijnen.

Een aantal hoofdstukken die daarna volgen, gaan in op het uitrekenen van de omtrek en het oppervlakte van verschillende figuren. Eerst rechthoeken en driehoeken, daarna bijzondere vormen als de ruit, de parallellogram en het trapezium. Als laatste kun je ook de omtrek en het oppervlakte van een cirkel uitrekenen. De hoofdstukken daarna gaan over ruimtelijke figuren en inhoud.

Het laatste hoofdstuk sluit af met een aantal opdrachten om figuren te spiegelen. Leg je liniaal alvast klaar.

Als afsluiter maak je de Kwis-kunde, alle weetjes uit de twee delen nog eens op een rijtje.

Wiskunde voor de Basisschool B vormt met Wiskunde voor de Basisschool A een geheel en is geschikt voor leerlingen uit groep 7 en 8.

Over Wiskunde voor de Basisschool

Op de middelbare school krijgen de leerlingen geen rekenen meer, maar heet dit wiskunde.

In Wiskunde voor de Basisschool maken de leerlingen alvast kennis met een aantal onderwerpen die hierbij aan bod komen.