Wiskunde voor de Basisschool A behandelt vooral rekenkundige onderwerpen.

Elk hoofdstuk begint met een korte uitleg. Daarna volgen een paar oefeningen. Je kan in dit werkboek zelfstandig werken, maar het is ook leuk om het samen met anderen te doen.

In het eerste hoofdstuk leer je dat je getallen kunt verzamelen. Daarna zie je wat er gebeurt als de tekens + en – worden gewisseld. In het hoofdstuk daarna ontdek je wat negatieve getallen zijn.

Vanaf het vierde hoofdstuk ga je rekenen met letters. In de wiskunde noemen wij deze manier van rekenen algebra. Dit woord komt oorspronkelijk uit het Arabisch en betekent rekenen. Wist je dat onze cijfers ook uit het Arabisch komen? Het hoofdstuk daarna gaat verder in op vergelijkingen met algebra.

In de volgende twee hoofdstukken komen de onderwerpen machtsverheffen en worteltrekken aan bod. Tot slot onderzoek je het assenstelsel en bekijk je waarvoor je een grafiek kunt gebruiken.

Wiskunde voor de Basisschool A vormt met Wiskunde voor de Basisschool B een geheel en is geschikt voor leerlingen uit groep 7 en 8.

Wiskunde voor de Basisschool A is overigens niet hetzelfde als Wiskunde A wat in de bovenbouw van de middelbare school wordt gegeven.

Over Wiskunde voor de Basisschool

Op de middelbare school krijgen de leerlingen geen rekenen meer, maar heet dit wiskunde.

In Wiskunde voor de Basisschool maken de leerlingen alvast kennis met een aantal onderwerpen die hierbij aan bod komen.