Met 21 tekeningen en 7 schilderijen, en een woord vooraf van Prof. Dr. B. Landheer.

Een „life” uitzending is een spontane discussie voor de televisie. Zo was het ook bij de uitzending van „Zienswijze” over het onderwerp: „Heeft het leven zin en zo ja, wat is dan de zin van ons leven”. Velen lieten de auteur weten, dat de uitzending bij hen vele vragen had opgeworpen. Zijn antwoord groei- de uit tot een boek waar zijn belang- rijke levenservaringen in zijn verwerkt. Zelf beschouwt hij het als een soort „leerboek" en hoopt, dat datgene wat hem bij de opleiding steeds ontbrak,
nu bij de lezer een startpunt moge worden. „Geef de mensen niet slechts feitenkennis van materiële zaken, maar geef ze inzicht en wijs hen de weg naar de bronnen van het geluk, toekomst en wijsheid”. Het moeilijkste was voor hem het ervarene over te brengen, zodat er iets zou overkomen van de gloed en bezieling, die hij zelf in zo ruime mate mocht beleven.
De auteur is geboren in oktober 1904 te Amsterdam. Hij werd al op jonge leeftijd geconfronteerd met de dood, door het overlijden van zijn vader. Dit maakte diepe indruk op hem en activeerde in hoge mate het ontwaken van zijn bewustzijn. Dat dood werkelijk een einde zou zijn kon hij onmogelijk aanvaarden, noch dat deze wereld „alles” zou zijn. Het leek hem meer een beperkt en gesloten iets, zoals een „theater”. Met een „open attentie” onderging hij nu voortaan het gehele levensgebeuren. Met deze waakzaamheid leek het hem meer toe dat dit alles iets te brengen had, iets te zeggen. Hetzij ter beproeving, hetzij ter ontwikkeling, hetzij als het ware om de mens stap voor stap en door eigen zoeken en inspanningen in te wijden in iets groots. Doordat de interesse van zelf uitging naar de krachten en bezieling, kwam hij al spoedig terecht op het vlak der „energieën”. Als zeer geïnteresseerd ingenieur maakte hij het gehele proces mede van de moeizame ontsluiting van de materie (de ontmanteling van ons levensdecor). Men kwam tot het besef dat alles uit een hooggeorganiseerde energie samengesteld was met als basis 3 oerkrachten. Daar deze weer veel gelijken op de creatieve vermogens die alle mensen mede gekregen hebben heeft hij het wezenlijke hiervan in zich zelf trachten te doorgronden. De uitkomsten hiervan deelt hij mede evenals het ontdekken dat er collectieve centra moeten bestaan waarmede wij een wisselwerking hebben en waaruit wij onze intuïtie en inspiratie kunnen krijgen, op het gebied van creatief doen, creatieve kunst (gevoelsvlak) en creatief denken (met zijn mysterieuze herinnering en gesloten denk- circuit).