Koersvast Vijf Eeuwen Navigatie Op Zee
Een zeeman kan zijn weg over zee vinden, omdat hij de vaardigheid bezit de gegevens te interpreteren die de voor de navigatie beschikbare hulpmiddelen hem leveren. Alleen dankzij die kundigheid kan hij bepalen waar hij zich bevindt en welke koers hij moet varen om zijn bestemming te bereiken. Dat was zo in vroeger tijd en dat geldt nu nog steeds.
De hulpmiddelen kennen een grote verscheidenheid. Natuurlijke fenomenen als de kleur en het stroompatroon van het water en de vorm van wolkenformaties op de horizon vertellen de zeeman ook vandaag nog iets over zijn positie. In de loop van de tijd doet de techniek zijn intrede bij de navigatie. De instrumenten die worden ontwikkeld maken de bepaling van plaats en koers steeds meer betrouwbaar. Eerst verschijnen het dieplood en het kompas, daarna doen de graadstok, de octant en de sextant, en uiteindelijk de satelliet van het Global Positioning System hun intrede. De zeekaart vervult temidden van al die hulpmiddelen al eeuwen zijn onmisbare functie.
Het geheel van wetenschappelijke kennis inzake de plaatsbepaling en het vinden van de weg over zee, en van de instrumenten die nodig zijn om dat in de dagelijkse praktijk te doen, noemt men navigatiekunde.
In het Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam worden de theorie van de navigatie en de werking van de daarbij gebruikte instrumenten verduidelijkt, ingebed in het verhaal over de geschiedenis van de (Nederlandse) scheepvaart. Conservator W.F.J. Mörzer Bruyns heeft het zijne bijgedragen aan het vergroten en verbreiden van de kennis over de maritieme navigatie. Bij zijn afscheid van dat museum wordt hem daarom deze bundel aangeboden. Daarin belicht een 18-tal auteurs aspecten van de geschiedenis van de navigatie. Ook krijgt het Nederlandse varende bedrijf aandacht, met name de walvisvaart en de ontdekkingsreizen.
De hulpmiddelen kennen een grote verscheidenheid. Natuurlijke fenomenen als de kleur en het stroompatroon van het water en de vorm van wolkenformaties op de horizon vertellen de zeeman ook vandaag nog iets over zijn positie. In de loop van de tijd doet de techniek zijn intrede bij de navigatie. De instrumenten die worden ontwikkeld maken de bepaling van plaats en koers steeds meer betrouwbaar. Eerst verschijnen het dieplood en het kompas, daarna doen de graadstok, de octant en de sextant, en uiteindelijk de satelliet van het Global Positioning System hun intrede. De zeekaart vervult temidden van al die hulpmiddelen al eeuwen zijn onmisbare functie.
Het geheel van wetenschappelijke kennis inzake de plaatsbepaling en het vinden van de weg over zee, en van de instrumenten die nodig zijn om dat in de dagelijkse praktijk te doen, noemt men navigatiekunde.
In het Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam worden de theorie van de navigatie en de werking van de daarbij gebruikte instrumenten verduidelijkt, ingebed in het verhaal over de geschiedenis van de (Nederlandse) scheepvaart. Conservator W.F.J. Mörzer Bruyns heeft het zijne bijgedragen aan het vergroten en verbreiden van de kennis over de maritieme navigatie. Bij zijn afscheid van dat museum wordt hem daarom deze bundel aangeboden. Daarin belicht een 18-tal auteurs aspecten van de geschiedenis van de navigatie. Ook krijgt het Nederlandse varende bedrijf aandacht, met name de walvisvaart en de ontdekkingsreizen.
Auteur | | Onbekend |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Vrije tijd & Hobby |