In de negentiende eeuw maakte de Franse schilderkunst revolutionaire ontwikkelingen door. Kunstenaars bevrijdden zich van de academische tradities en zochten hun inspiratie in de natuur en hun directe omgeving. Men ging 'naar model' tekenen in het eigen atelier, met een groep gelijkgestemden, en in de buitenlucht. Corot, Daubigny, Théodore Rousseau en anderen gingen naar het plaatsje Barbizon om daar de natuur direct te beleven en te schilderen. Courbet schokte de kunstwereld met zijn provocerende realisme. De impressionisten zorgden onder aanvoering van Monet voor een volgende omwenteling in de kunst. Zij zouden met Cézanne, Gauguin, Bernard en Redon aan de basis staan van de moderne kunst. Het was eveneens de periode waarin de fotografie zich snel ontwikkelde om uiteindelijk een belangrijke plaats in de kunstwereld te veroveren. Dat Nederland een grote collectie Franse negentiende-eeuwse kunst bezit, is een goed bewaard geheim dat met deze publicatie wordt ontsloten. Nederlandse particulieren verzamelden dit werk en schonken het in de loop van twintigste eeuw aan musea. In deze publicatie wordt uitgebreid aandacht besteed aan deze bijzondere groep verzamelaars, hun collecties, de kunstenaars en de kunstwerken die ze in hun salons hingen.