Tussen Everzwijn En Fidel Castro
Al tientallen jaren bereiden journalisten zich voor op de dag dat een Nederlandstalige schrijver voor het eerst de Nobelprijs voor Literatuur krijgt. Die auteur zou normalerwijs niemand anders kunnen zijn dan onze grootste literaire durfal uit de tweede helft van de twintigste eeuw: de dichter, novellist, romancier, dramaturg en cineast Hugo Claus.
Het lijkt moeilijk uit te maken welk het belangrijkste deel is van Claus' monumentale oeuvre: zijn honderd of meer verhalen, romans, toneelstukken en scenario's, of zijn anderhalf duizend gedichten. De vraag werd herhaaldelijk gesteld aan de auteur zelf en het antwoord was steevast dat Hugo Claus zich vooral als dichter beschouwt.
Dichters weten weinig van hun eigen werk, meende de filosoof Plato lang v r het begin van onze jaartelling. Maar gelukkig zijn er literatuurkundigen die de leergierige lezer kunnen uitleggen wat het allemaal voorstelt en hoe het kan worden ingepast in de geschiedenis van de letterkunde. Een van de veelzijdigste onder hen is de meer in het buitenland dan aan het thuisfront bekende essayist Martien J.G. de Jong, leeftijdgenoot van Hugo Claus en op zijn gebied al even lang en intens bezig met literatuur.
In Van Everzwijn tot Fidel Castro bespreekt Martien de Jong belangrijke thema's in Claus' po e en dat doet hij, zoals gewoonlijk, in een ruime culturele context. De Jongs nieuwe boek werd daardoor meer dan een breed geori eerd essay over Hugo Claus. Het werd tegelijk een heldere inleiding tot de literaire en maatschappelijke veranderingen in de tweede helft van de afgelopen eeuw: een must voor literatuurstudenten en een plezier voor de gewone lezer!
Het lijkt moeilijk uit te maken welk het belangrijkste deel is van Claus' monumentale oeuvre: zijn honderd of meer verhalen, romans, toneelstukken en scenario's, of zijn anderhalf duizend gedichten. De vraag werd herhaaldelijk gesteld aan de auteur zelf en het antwoord was steevast dat Hugo Claus zich vooral als dichter beschouwt.
Dichters weten weinig van hun eigen werk, meende de filosoof Plato lang v r het begin van onze jaartelling. Maar gelukkig zijn er literatuurkundigen die de leergierige lezer kunnen uitleggen wat het allemaal voorstelt en hoe het kan worden ingepast in de geschiedenis van de letterkunde. Een van de veelzijdigste onder hen is de meer in het buitenland dan aan het thuisfront bekende essayist Martien J.G. de Jong, leeftijdgenoot van Hugo Claus en op zijn gebied al even lang en intens bezig met literatuur.
In Van Everzwijn tot Fidel Castro bespreekt Martien de Jong belangrijke thema's in Claus' po e en dat doet hij, zoals gewoonlijk, in een ruime culturele context. De Jongs nieuwe boek werd daardoor meer dan een breed geori eerd essay over Hugo Claus. Het werd tegelijk een heldere inleiding tot de literaire en maatschappelijke veranderingen in de tweede helft van de afgelopen eeuw: een must voor literatuurstudenten en een plezier voor de gewone lezer!
Auteur | | De Jong Martien J.g. |
Taal | | Nederlands |
Type | | |
Categorie | | Literatuur & Romans |