Nog nooit was de belangstelling voor het platteland en het boerenleven zo groot als nu. Het televisieprogramma 'Boer zoekt vrouw' hield half Nederland aan de buis gekluisterd. Belangrijke pijler voor het succes van dit datingprogramma was interesse voor het leven op het platteland en de mensen die er wonen, werken en recreëren. Alle landbouwproducten komen bij een boer vandaan: melk, kaas, vlees, graan, aardappelen, groenten en fruit. Ongeveer 7500 jaar geleden kwamen de eerste boeren naar ons land. Ze hielden enkele dieren en verbouwden graan en knollen. Langzaam groeide de bevolking. De bedrijven werden steeds groter en gebruikten steeds meer energie, bestrijdingsmiddelen en kunstmest om aan de groeiende vraag naar landbouwproducten te voldoen. Grote veeteeltbedrijven werken aan plannen voor superstallen: flats van drie verdiepingen met 65.000 varkens en superstallen met ruimte voor anderhalf miljoen vleeskuikens. Dieren hebben in die bedrijven vaak een slecht leven. Het grote boerenboek laat zien dat het ook anders kan. Dat biologische landbouw beter is voor mensen en dieren. In aparte hoofdstukken kom je alles te weten over kippen, varkens, koeien en schapen en het verbouwen van aardappels, groenten en fruit. Tussen de teksten staan veel korte weetjes die de tekst verduidelijken of aanvullen. Ook staan er proefjes in Het grote boerenboek voor thuis of op school. Je maakt je eigen biovergasser, een groentekas en een regenmeter. Je smult van zelfgemaakte champignonsnacks, versgebakken chips en zelfgemaakte kaas. En je legt een biologische moestuin aan met een zelfgebouwde vogelverschrikker.