Verschoningsrecht in het strafrecht van België en Nederland
Pre-adviezen voor de Nederlands-Vlaamse Vereniging voor Strafrecht 13 oktober 2006 te Utrecht.
Dit jaar heeft het bestuur van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Strafrecht gekozen voor een bijzonder actueel thema: het professioneel verschoningsrecht van bepaalde beroepsgroepen in de strafrechtspraktijk. Op het eerste gezicht lijkt dit wellicht een tamelijk vertrouwd terrein. Generaties van juristen zijn opgeleid vanuit de basisgedachte dat burgers in principe onder bepaalde omstandigheden de overheid moeten helpen bij het vinden van de waarheid in strafzaken. Slechts voor enkele categorieën mensen die een bepaald beroep uitoefenen zou dit anders liggen: men spreekt in dat verband steevast over de zogenoemde professionele geheimhouders. Advocaten, notarissen, geestelijken en artsen stonden in dit rijtje voorop. Niet zo vreemd, als men bedenkt dat binnen deze professies een zo bijzondere en precaire verhouding bestaat tussen de vakgenoot en diens cliënt, dat het goede functioneren van de beroepsgroep welhaast zonder voorbehoud afhankelijk is van de zekerheid dat de onderling uitgewisselde gegevens niet aan derden kenbaar zullen worden gemaakt. Daar komt bij dat de genoemde beroepsgroepen door hun dagelijkse werk ook in belangrijke mate bijdragen aan het behartigen van publieke belangen.
Tegen deze achtergrond was lange tijd het meest spannende aspect van het onderwerp gelegen in de vraag of het professionele verschoningsrecht niet tevens zou moeten worden uitgebreid naar andere, veelal meer moderne beroepen. Voorbeelden daarvan zijn de journalisten, belastingadviseurs en weer later vrijwillige medewerkers van bureaus slachtofferhulp. De thans voorliggende preadviezen maken duidelijk dat het onderwerp inmiddels helemaal niet meer zo in rechte lijnen kan worden gepresenteerd. Het vraagstuk is verder gecompliceerd geraakt en vereist daarom een meer genuanceerde behandeling.
De Gentse onderzoekers prof. Philip Traest en dr. Joachim Meese alsmede hun Nederlandse collegas prof. Chrisje Brants (Utrecht) en prof. Taru Spronken (Maastricht) hebben diepgravende en fundamentele beschouwingen geschreven over de actualiteit van het professionele verschoningsrecht, die een uitstekende inleiding vormen tot nadere discussie op de komende jaarvergadering van de vereniging. Het bestuur van de NVVS is de preadviseurs daarvoor erkentelijk en hoopt dan ook alle leden te kunnen verwelkomen tijdens de bijeenkomst op 13 oktober 2006.
Inhoudsopgave (beknopt)
Het professionele verschoningsrecht: de arts, de advocaat en de journalist in de Nederlandse strafrechtpraktijk
1. Inleiding
2. Het algemene wettelijke kader en de doctrine
3. Het verschoningsrecht van de arts, de advocaat en de journalist in het positieve recht
4. Beroepsgerelateerde geheimhouding en verschoningsrecht nader bezien
5. Conclusie
Het verschoningsrecht naar Belgisch recht
1. Inleiding
2. Ontstaansgeschiedenis en ratio legis van het beroepsgeheim
3. Het beroepsgeheim naar Belgisch recht
4. Besluit
Auteur | | Chrisje Brants |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Rechten |