In 1996 verkoopt Katrin Rohde haar boekhandel en vertrekt naar Ouagadougou, de hoofdstad van Burkina Faso. Hier begint ze een project om weeskinderen te helpen, die een erbarmelijk leven op straat leiden vol honger, drugs en criminaliteit. Stukje bij beetje bouwt Katrin een hele reeks voorzieningen op: weeshuizen, werkplaatsen en opleidingsplekken, een adviesbureau en een verpleegafdeling. Acht jaar later kent iedereen Katrin Rhode, die inmiddels moslim is geworden, als 'Mama Tenga' - moeder vaderland.
Mama Tenga is een warm, menselijk verhaal dat een bijzonder positief beeld schetst van een 'vergeten continent'.