Beelden Voor Passie En Hartstocht
Beelden voor passie en hartstocht is zowel een gedegen wetenschappelijke studie als een boeiend kijkboek. Evelyne Verheggen ging op zoek naar de oorsprong van bid- en devotieprenten in Nederland en het religieuze gebruik ervan.
Bid- en devotieprenten speelden in de 17de en 18de eeuw een belangrijke rol in het godsdienstig leven van Noord-Nederlandse katholieken. Ze zijn te beschouwen als opvolgers van de middeleeuwse miniaturen. Begijnen en geestelijke maagden of 'kloppen' ondersteunden het werk van de priester. In hun dagelijks leven en bij het gebed maakten de vrouwen intensief gebruik van religieuze prenten. Ze bewaarden ze in gebedenboeken of plakten ze in handschriften. Ook verspreidden ze de prenten onder de gelovigen.
Bijzonder is de gebruikscultuur die in de 17de eeuw in het noorden ontstond: de begijnen en kloppen voorzagen de prentjes van handgeschreven opdrachten, waardoor deze als het ware gingen functioneren als een ondergrondse vorm van communicatie. Bij overlijden werden de prentjes voorzien van een in memoriam-tekst. Zo ontstond het bid- of doodsprentje. Ook werden prenten uitgedeeld ter gelegenheid van een intrede of professie, of gewoon als teken van vriendschap. Al deze gebruiken vonden hun oorsprong in de Republiek en werden pas aan het einde van 18de eeuw overgenomen door de Zuidelijke Nederlanden, gevolgd door andere landen.
Door de vele details levert Beelden voor passie en hartstocht een belangrijke bijdrage aan onze kennis van devotioneel beeldmateriaal, dat nog vaak ten onrechte wordt gezien als 'inferieure volkskunst'. Tegelijkertijd biedt het een bijzondere kijk op het religieuze en spirituele leven in de vroegmoderne tijd.
Bid- en devotieprenten speelden in de 17de en 18de eeuw een belangrijke rol in het godsdienstig leven van Noord-Nederlandse katholieken. Ze zijn te beschouwen als opvolgers van de middeleeuwse miniaturen. Begijnen en geestelijke maagden of 'kloppen' ondersteunden het werk van de priester. In hun dagelijks leven en bij het gebed maakten de vrouwen intensief gebruik van religieuze prenten. Ze bewaarden ze in gebedenboeken of plakten ze in handschriften. Ook verspreidden ze de prenten onder de gelovigen.
Bijzonder is de gebruikscultuur die in de 17de eeuw in het noorden ontstond: de begijnen en kloppen voorzagen de prentjes van handgeschreven opdrachten, waardoor deze als het ware gingen functioneren als een ondergrondse vorm van communicatie. Bij overlijden werden de prentjes voorzien van een in memoriam-tekst. Zo ontstond het bid- of doodsprentje. Ook werden prenten uitgedeeld ter gelegenheid van een intrede of professie, of gewoon als teken van vriendschap. Al deze gebruiken vonden hun oorsprong in de Republiek en werden pas aan het einde van 18de eeuw overgenomen door de Zuidelijke Nederlanden, gevolgd door andere landen.
Door de vele details levert Beelden voor passie en hartstocht een belangrijke bijdrage aan onze kennis van devotioneel beeldmateriaal, dat nog vaak ten onrechte wordt gezien als 'inferieure volkskunst'. Tegelijkertijd biedt het een bijzondere kijk op het religieuze en spirituele leven in de vroegmoderne tijd.
Auteur | | E.M.F. Verheggen |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Geschiedenis |