Gerd Quinn is een moordenaar. Maar hij doet het werk niet zelf, hij plant de moorden en laat ze uitvoeren. Hij is 'the third man', de man achter de schermen, de man in de schaduw. Hij houdt de touwtjes vast, effent het pad. Hij is sluw, geslepen, amoreel, gestoord sympathiek en in staat een hele familie uit te moorden zonder dat de politie ook maar het flauwste vermoeden krijgt dat hier iets anders aan de hand is dan alleen maar een reeks 'ongelukken'. Vergeet bij het lezen de held die het kwade overwint en de heldin voor zich wint door haar van een gewisse dood te redden. Quinn is door en door slecht en deinst er niet voor terug zelfs zijn vrouw op meedogenloze manier te dwarsbomen wanneer zij tracht het hoederecht over hun kinderen te krijgen.