In het tantristisch boeddhisme is de mandala het belangrijkste symbool en de meest gehanteerde allegorie voor de relatie tussen mens en kosmos. De beoefenaar van het tantrisme gebruikt mandala's als ondersteuning van de meditatie, voor visualisaties en uiteindelijk voor het realiseren van het Boeddhaschap. Na een inleiding in de theorie en de praktijk van de mandala beschrijft Martin Brauen met behulp van o.a. computermodellen de grondgedachten van de tantristisch boeddhistische wereldbeschouwing. Voor een beter begrip van de functie van de mandala volgt een uitgebreide bespreking van de verschillende stadia, de conceptuele rijkdom en de sacrale symboliek van de beroemde Kalachakra mandala. In het laatste hoofdstuk staat de westerse interesse in de filosofische, religieuse en psychologische aspecten van de mandala centraal.