Esthetische Revolutie In Duitsland
De ethetische revolutie;in Duits wil het clich eld van Duitsland als land van romantische maar wereldvreemde ‘dichters en denkers’ weerleggen.
In Duitsland heeft vanaf circa 1750 niet een politieke, maar een esthetische revolutie plaats. Aan het begin van de omwenteling staat J.J. Winckelmann. In de romantische beweging, in dichters als Schiller, Kleist en H lderlin baant zich deze esthetische revolutie, die Heine als een van de eersten critiseert, een weg. Sinds Heine is de kritiek op de esthetische revolutie, waarvan hier het goed recht wordt betoogd, niet meer verstomd.
De esthetische revolte, die zich verzet tegen de rationalisering en mechanisering van ons wereldbeeld, culmineert in het werk van Nietzsche. Nietzsche, die zich in dit opzicht de erfgenaam van Richard Wagner beschouwt, onderneemt in naam van de god Dionysus, in naam van de kunst, een kruistocht tegen de joods-christelijke moraal. Zijn –‘evangelie van de kunst’ zal in de Jugendstil en het Duitse expressionisme grote weerklank vinden.
Maar het esthetische ideaal wil zich belichamen, wil zich politiseren. Reeds Nietzsches ermensch verlangde naar een aardse vorm. Uit de esthetische revolutie wordt in de jaren twintig en dertig een conservatieve, een Duitse revolutie(Stefan George, Oswald Spengler, Gottfried Benn). Deze mislukt jammerlijk.
Is door de gebeurtenissen in de jaren dertig en veertig de esthetische revolutie gediscrediteerd, zoals Thomas Mann meent? De schilder Max Beckmann belijdt dat de moderne wereld, waarin God dood is, alleen esthetisch gerechtvaardigd kan worden. Heeft hij gelijk? Deze vraag is sinds het verschijnen van Martin Walsers omstreden roman Ein springender Brunnen actueler dan ooit.
Dr. M. Evers doceert cultuurgeschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij publiceerde onder meer Proust en het fin de si e, waarvan in 2004 bij Damon de tweede druk verschijnt.
In Duitsland heeft vanaf circa 1750 niet een politieke, maar een esthetische revolutie plaats. Aan het begin van de omwenteling staat J.J. Winckelmann. In de romantische beweging, in dichters als Schiller, Kleist en H lderlin baant zich deze esthetische revolutie, die Heine als een van de eersten critiseert, een weg. Sinds Heine is de kritiek op de esthetische revolutie, waarvan hier het goed recht wordt betoogd, niet meer verstomd.
De esthetische revolte, die zich verzet tegen de rationalisering en mechanisering van ons wereldbeeld, culmineert in het werk van Nietzsche. Nietzsche, die zich in dit opzicht de erfgenaam van Richard Wagner beschouwt, onderneemt in naam van de god Dionysus, in naam van de kunst, een kruistocht tegen de joods-christelijke moraal. Zijn –‘evangelie van de kunst’ zal in de Jugendstil en het Duitse expressionisme grote weerklank vinden.
Maar het esthetische ideaal wil zich belichamen, wil zich politiseren. Reeds Nietzsches ermensch verlangde naar een aardse vorm. Uit de esthetische revolutie wordt in de jaren twintig en dertig een conservatieve, een Duitse revolutie(Stefan George, Oswald Spengler, Gottfried Benn). Deze mislukt jammerlijk.
Is door de gebeurtenissen in de jaren dertig en veertig de esthetische revolutie gediscrediteerd, zoals Thomas Mann meent? De schilder Max Beckmann belijdt dat de moderne wereld, waarin God dood is, alleen esthetisch gerechtvaardigd kan worden. Heeft hij gelijk? Deze vraag is sinds het verschijnen van Martin Walsers omstreden roman Ein springender Brunnen actueler dan ooit.
Dr. M. Evers doceert cultuurgeschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij publiceerde onder meer Proust en het fin de si e, waarvan in 2004 bij Damon de tweede druk verschijnt.
Auteur | | Meindert Evers |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Religie, Spiritualiteit & Filosofie |