KISS is een Duitse letterwoord dat staat voor 'Kopfgelenk-Induzierte Symmetrie-Störungen', dus storingen in de symmetrie die geïntroduceerd worden door de hoofdgewrichten. Het KISS-syndroom is in België nog een vrij nieuw begrip; in Duitsland, Nederland en Zwitserland kent men het al langer. Het begrip werd in 1987 concreet geformuleerd door de Duitse arts Heiner Biedermann. Zuigelingen die voortdurend huilen, die zich asymmetrisch ontwikkelen, reflux hebben, slecht slapen, een gefixeerde hoofdhouding vertonen, niet graag geknuffeld worden enzovoort, worden vaak misbegrepen en bijgevolg niet adequaat behandeld. Het uitgangspunt is dat de geboorte zwaar belastend is voor ieder kind. Aangenomen wordt dat er bij één op de tien geboorten iets fout gaat in de hoge nekwervelkolom (dit is de schedel met de eerste en tweede nekwervel). Dit gebied krijgt het zwaar te verduren met de geboorte, zeker als na uren persen ook nog een tang- of vacuümverlossing volgt. Door het optreden van deze krachten in de hoge nekwervelkolom, al dan niet tijdens de geboorte, ontstaan blokkeringen van de kleine nekspieren tussen de wervels, met niet te onderschatten gevolgen op korte en lange termijn. Een gevolg hiervan kan zijn dat de baby dag en nacht blijft huilen zonder aanwijsbare reden. De oorzaken kunnen weggewerkt worden met manuele therapie. Dit is het eerste Nederlandstalige boek over dit onderwerp: een handleiding voor de aanpak van onbegrepen kinderen, gericht op de doelgroep van dokters, kinesitherapeuten, ouders en opvoeders.
Eddy Lippens (1962) is licentiaat in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie, ergotherapeut, manueel therapeut en osteopaat. Hij is gespecialiseerd in de manuele therapie bij zuigelingen en kinderen publiceerde diverse artikels over dit onderwerp.