Jarenlang ontbrak het aan een goede inleiding op de Vlaamse Primitieven, de kunstenaars uit de zuidelijke Nederlanden die in de late Middeleeuwen een geheel eigen schilderstijl ontwikkelden waarmee zij onmiddellijk grote internationale bekendheid verwierven. De werken van Vlaamse meesters als Robert Campin (de Meester van Flémalle), Jan van Eyck, Rogier van der Weyden, Hugo van der Goes en Hans Memling kenmerken zich door een intens en ver doorgedreven naturalisme en een uiterst gedetailleerde vormweergave. Hun schilderijen - hoofdzakelijk panelen in olieverf, minutieus geschilderd in transparante en lumineuze kleurlagen - vormen een hoogtepunt in de westerse kunstgeschiedenis en legden samen met de Italiaanse kunst de basis voor de moderne Europese kunst.
Met Vlaamse Primitieven: de meesterwerken wordt een langbestaande lacune gevuld. Op bevlogen wijze biedt De Vos een gedegen introductie op de wonderschone schilderkunst van de Vlaamse meesters. Hij bespreekt een twintigtal zorgvuldig gekozen topwerken die door de selectie van genres, types en chronologie een hoogst representatieve doorsnede bieden van de vijftiende-eeuwse schilderkunst. Toegankelijke teksten en hoogwaardige illustraties, waaronder tientallen details, maken de besproken werken inzichtelijk voor iedere belangstellende kunstliefhebber.