'Het lichaam is alles wat we hebben'; een thema en inzicht dat altijd heeft doorgeklonken in de psychoanalytische theorie en praktijk en zich nu meer dan ooit opdringt in het tijdperk van genetica en neurobiologie. Dit boek richt zich op het 'vege' lijf, het menselijk lichaam dat zich ontwikkelt, maar ook aftakelt, ziek wordt en sterft.
In het eerste hoofdstuk wordt beschreven hoe het lichaamsbesef bij een kind tot ontwikkeling komt. Vervolgens wordt ingegaan op de verheerlijking van het lichaam en de betekenis daarvan in de hedendaagse lichaamscultuur. Raakvlakken tussen de biologie en de psychoanalyse worden verduidelijkt en er wordt beschreven welke betekenissen traumatische gebeurtenissen hebben voor de wijze waarop men het eigen lichaam beleeft. Ook wordt de betekenis en invloed van ziekte van de analyticus besproken. De psychiater Van Dantzig sluit het boek af met het thema lichaam en dood waarbij ook angst voor de dood aan bod komt.