In het spoor van Lukis en Dryden. Twee Engelse oudheidkundigen tekenen - Boek
Rond 1870 waren de meeste hunebedden in Drenthe in het bezit van de rijks- en provinciale overheid gekomen. Ter gelegenheid daarvan werden ze door de lokale autoriteiten ‘opgeknapt’. Tijdens deze archeologisch niet onderbouwde restauraties werden dekheuvels verwijderd en omgevallen stenen zonder kennis, supervisie en documentatie teruggeplaatst. Aan de vondsten die daarbij tevoorschijn kwamen werd weinig aandacht besteed. Vanuit Engeland werd de noodklok geluid. Voor het eerst werd de archeologische waarde van de hunebedden onderkend en ontstond de wens om de monumenten zeer zorgvuldig te beschrijven, voor het te laat was. William Collings Lukis en sir Henry Dryden reisden af naar Drenthe en documenteerden in de periode van 1 tot 22 juli 1878 veertig hunebedden, in plattegrond en aanzicht. Daarnaast tekenden ze aardewerk in het Drents Museum en en passant de kerken van Anloo en Vries. Op de terugweg documenteerden ze bovendien een aantal vondsten in de collectie van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. De kwaliteit en informatiewaarde van de door Lukis en Dryden vervaardigde tekeningen en bijbehorende beschrijvingen was voor Nederlandse begrippen van een ongekend hoog niveau. Ze vormen een unieke en prachtige bron van informatie over de toestand van de Drentse hunebedden aan het einde van de negentiende eeuw. In het spoor van Lukis en Dryden. Twee Engelse oudheidkundigen tekenen Drentse hunebedden in 1878 toont voor het eerst alle tekeningen die de twee onderzoekers maakten. Het boek schetst een prachtig beeld van de reis die Lukis en Dryden aflegden in het negentiende-eeuwse Drenthe. Hun werk geeft een bijzondere inkijk in de toenmalige omgang met cultureel erfgoed en de archeologie.
Auteur | | Wijnand van der Sanden |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | |