Eind 1894 werd het eiland Lombok — gelegen in de Indonesische archipel tussen Bali en Soembawa — door het Nederlandsch-Indische leger veroverd in een bloedige oorlog, met honderden gesneuvelden onder de invasiemacht en duizenden onder de plaatselijke verdedigers. Meteen na de strijd maakten de overwinnaars zich meester van een inmiddels legendarische oorlogsbuit: 230 kilo goudgeld,
7199 kilo zilveren munten en meer dan duizend kostbare ringen, krissen, kannen, juwelen en andere siervoorwerpen. Dit boek beschrijft een eeuw Nederlandse koloniale geschiedenis aan de hand van deze schatten, vanaf het slagveld en hun triomfantelijke uitstalling in het Rijksmuseum in Amsterdam in 1897 tot hun tegenwoordige 'verduistering’ in de kelders van De Nederlandsche Bank en de depots van verschillende volkenkundige musea. Als er ooit een Nederlands Museum van het Kolonialisme wordt geopend, zal in de schatkamer zeker het geroofde goud en zilver van Lombok pronken.