De vijftienjarige Beth Weeks woont aan de rand van een Canadees dorp, in het laatste huis voor het indianenreservaat, waar zichzelf respecterende meisjes niet durven komen. Haar harde omgeving bestaat uit labiele en excentrieke types, zoals haar moeder die met haar dode moeder praat en haar vader die het jonge meisje misbruikt. Wanneer Beth letterlijk door de bliksem wordt getroffen, verandert er iets in haar. Ze vecht terug als ze op haar huid gezeten wordt en ze gaat steeds meer haar eigen weg die naar volwassenheid leidt.

"...Een moedig, helder debuut dat het leven op de boerderij weergeeft als een mengeling van heldere kleuren, kwalijke geuren en onbeheerste seksualiteit (...) In rijk geschakeerde waarnemingen vertelt de roman het proces van volwassen worden van een complexe vrouw. Haar groei en veerkracht worden geroemd zonder een spoor van sentimentaliteit...' - Kirkus Reviews