schepping en oordeel

Een onderzoek naar scheppingsvoorstellingen, bij enkele profeten uit de achtste eeuw -voor Christus

In deze studie benadert de auteur de vraag naar het scheppingsgeloof in het Israël van vóór de ballingschap langs twee wegen. In de eerste plaats wordt nagegaan of er vanuit de godsdiensthistorie aanwijzingen zijn dat Israël in die tijd geloofde in God als Schepper. In de tweede plaats onderzocht de auteur aan de hand van teksten in de boeken Amos, Hosea en Jesaja welke vormen het scheppingsgeloof aannam en in welke context het functioneerde bij deze vroege schriftproféten. In deze studie blijkt duidelijk dat in het Oude Testament op vele manieren en met behulp van rijke beeldspraak wordt gesproken over God als Schepper. Tevens blijkt dat dit spreken functioneert in tal van verschillende contexten (waarvan oordeelsprediking een belangrijke is). Hiermee is de klassieke vraag naar de verhouding tussen het geloof in God als Schepper en het geloof in God als Heer van Israëls geschiedenis bij deze profeten op gevarieerde wijze beantwoord. Dit onderzoek is een belangrijke` aanvulling op en verdieping' moderne exegetische onderzoek naar het scheppingsdenken in het oude Israël en in het Oude Testament.