Meesterlijke nieuwe roman van de auteur van Small Island, winnaar van onder andere de Orange Prize en de Whitbread Prize, over de relatie tussen twee sterke vrouwen die niet mét elkaar en niet zonder elkaar kunnen: de zwarte slavin July en de blanke plantagehoudster Caroline. Een verhaal dat nog meer zijn dramatische lading krijgt door de afschaffing van de slavernij die de slaven wel bevrijdde, maar geen vrijheid bracht. Als bevrijding geen vrijheid brengt 'U kent me niet. Mijn zoon Thomas, die dit boek uitgeeft, zegt me dat het gebruikelijk is om nu in deze roman iets te vertellen over het verhaal dat hierin staat. Als uw verhalenverteller moet ik u melden dat dit verhaal zich afspeelt op Jamaica in de laatste turbulente jaren van de slavernij en de vroege jaren van vrijheid. July is een slaaf die op een suikerplantage genaamd Amity leeft en het is haar leven dat het onderwerp van dit verhaal is. Ze was er bij toen de Baptisten Opstand woedde in 1831, en ze was er bij toen de slavernij werd afgeschaft. Mijn zoon zegt dat ik ook moet zeggen dat het verhaal ook over July's moeder Kitty gaat, en over de negers die op het land van de plantage werkten, en over Caroline Mortimer, de blanke vrouw die de plantage bezat, en over nog veel meer mensen - te veel voor mij om hier op te noemen. Maar wat hun overkomt is zorgvuldig chronologisch opgeschreven op de bladzijden die voor u liggen.' Het lange lied is een indringende roman die geen lezer onberoerd zal laten. Levy's unieke stijl trekt de lezer direct in het leven op de broeierige plantages van Jamaica.