Ayaan Hirsi Ali ontpopte zich van een schuchtere Afrikaanse asielzoekster tot een politiek fenomeen van internationale allure. Niet als publiekslieveling, maar als compromisloze strijdster tegen onderdrukking van moslimvrouwen. Als activist en Kamerlid bespeelde ze de media met een flair die aan Pim Fortuyn deed denken. In het vlakke politieke polderlandschap oogstte ze net zoveel afgunst als bewondering, net zoveel haat als instemming. Maar wat heeft haar strijd nu eigenlijk opgeleverd?
Die vraag hebben Sara Berkeljon en Hans Wansink voorgelegd aan medeen tegenstanders, onder wie Jozias van Aartsen, Na Azough, Frits Bolkestein, Aleid van den Brink, Job Cohen, Cisca Dresselhuys, Afshin Ellian, Femke Halsema, Theodor Holman, Paul Kalma, Mariet Molenaar, Nazmiye Oral, Naema Tahir, Ebru Umar en Gijs van de Westelaken.
De auteurs voerden lange gesprekken met Hirsi Ali en hadden inzage in haar persoonlijke archief. In het oog van de storm konden zij een unieke reconstructie maken van de paspoortcrisis en het daaropvolgende einde van het tweede kabinet-Balkenende.
Sara Berkeljon studeerde amerikanistiek en journalistiek aan de Universiteit van Amsterdam en Boston College. Ze werkt op de parlementaire redactie van DE VOLKSKRANT.
Hans Wansink is politiek commentator van DE VOLKSKRANT. Hij won 2006 de Anne Vondelingprijs voor politieke journalistiek. Over zijn studie DE ERFENIS VAN FORTUYN Schreef Herman Vuijsje: ‘Een mooi en rijk boek. Proefschrift leesboek. Ooggetuigenverslag, historische kroniek politicologische polemiek..’