Ze waren van lage Europese afkomst en trokken zonder de gebruikelijke vooroordelen naar een onbekend land van belofte dat ze Canada noemden. Ze huwden met indiaanse schonen, exploreerden in opdracht van pelshandelaren het binnenland en schreven over hun ervaringen. Hun geschriften, die lange tijd in diepe laden verstoften, blijken van het beste dat door ontdekkingsreizigers is geschreven.

In Caesars van de wildernis bracht Rudi Rotthier pareltjes bijeen van onder meer de Franse zeeman Jacques Cartier die Canada betitelt als 'het land dat God aan Kaïn schonk', de vrijbuiter Pierre Esprit Radisson die vertelt over zijn leven als mensenvlees etende 'Caesar van de Wildernis', de Engelse vrijdenker en pacifist Samuel Hearne die met groot plezier het leven van de noordelijke indianen beschrijft maar dan ongewild in een uitroeiingsoperatie tegen eskimo's terechtkomt, de kwezel David Thompson die zijn exemplaar van Paradise Lost onder alle omstandigheden binnen oogbereik houdt, en de machiavellistische Schot Alexander Mackenzie die als eerste Europeaan de Stille Oceaan over land bereikt.