Op de derde nacht van de derde maand, om drie over drie, sluipt Dries het huis uit. Hij gaat op zoek naar zijn broer Jonas, die een maand ervoor verdween. 'Spoorloos', volgens de politie, maar daar is Dries het niet mee eens. Hij heeft wel degelijk sporen gevonden. Heel bijzondere sporen, en daar past een heel bijzondere trein op, die Dries meezeult op een gevaarlijke speurtocht langs spiegelsteden, lokrestaurants, donderloketten, gaatjesfabrieken, kwiskluizen, huilnisbelten en luchtmusea. Zeven haltes diep stoomt de trein, waarbij Dries steeds meer over zijn broertje te weten komt. Waarom liep Jonas weg? Waarheen? Waarom zoekt hij dubbeltjes? Waarom heeft hij er zeven nodig? En wie is die aparte treinconducteur die blijkbaar meer weet dan hij wil zeggen? Een spannend en meeslepend verhaal vol dubbelzinnigheden, in een zoektocht naar zelfkennis.