Een Russische journalist moet in Afrika op een internationaal congres een lezing houden over ‘Het lot van Afrika in de literatuur’. Daar maakt hij kennis met de nouveau riche van Afrika en de Europeanen die het land en haar volk uitbuiten. Een schril contrast met de idealen van de revolutie in de 70’er jaren. Zijn herinneringen gaan terug naar het verleden:Een angstaanjagende nacht, diep in de noordelijke bossen van Angola. De Russische journalist zit samen met Elias Almeida opgesloten in een lemen hutje, gevangen gehouden door de soldaten van de verzetsbeweging UNITA. Elias is een idealistische Angolees begaan met een reeds lang verloren zaak. Na de gewelddadige dood van zijn ouders is hij betrokken geraakt bij de harde onafhankelijkheidsstrijd. Zijn reizen brengen hem in Rusland, waar hij in de collegebanken hals over kop verliefd wordt op Anna. Haar beeldschone ogen branden zich op zijn netvlies. Zijn liefde voor haar maakt voor hem zichtbaar dat naast het kwaad ook het goede bestaat. Elias’ strijd voor de revolutie is hard en meedogenloos. Ondanks al zijn teleurstellingen put hij kracht uit de herinnering aan de mooie ogen van Anna, zijn grote en onbereikbare liefde.