Theo van de Vathorst (1934) kreeg zijn opleiding aan de Rijksakademie te Amsterdam. Zijn werk bouwt voort op de wereldwijde traditie van de uitbeelding van de menselijke figuur, voor hem zijn de mogelijkheden daarvan onuitputtelijk. Behalve met Europese cultuur voelt hij zich ook verwant met de buiten-Europese culturen. Maar traditie en verwantschap zijn slechts facetten en allesbehalve bepalend: zijn werk blijft verrassen.
Hij ontwierp portretten (onder andere van Wim Sonneveld en Anton Gesink), vrijstaande sculptuur, penningen en reliëfs. Een beeld moet voor hem ëeen compleetheid in zichzelf´hebben, de indruk geven dat het uit één vloeiende beweging is ontstaan. Ook humor speelt in het werk een wezenlijke rol.