De bundel Kort bevat honderd Nederlandstalige verhalen uit de twintigste eeuw, afkomstig uit Vlaanderen, Nederland, Suriname, de Nederlandse Antillen en voormalig Nederlands-Indië. Bij elkaar bieden ze een weids panorama op de literatuur van deze eeuw.

Alle mogelijke richtingen en stromingen in de literatuur komen aan bod. Uit het begin van de eeuw het sombere naturalisme van Emants en Aletrino en het vrolijk makende van Buysse, de romantische magie van Louis Couperus, het impressionistische kunstproza van Lodewijk van Deyssel en het sociaal-bewogen realisme van Jacob de Haan. De modernistische richtingen uit de jaren twintig en dertig vinden we in de verhalen van bijvoorbeeld Ter Braak, Den Doolaard en Gilliams: het expressionisme, het vitalisme en de nieuwe zakelijkheid. Het fantastische proza van Belcampo, het magisch-realistische van Daisne en Lampo, het surrealistische van Willem Frederik Hermans en het absurde van Jacoba van Velde ontbreken evenmin. In de jaren zestig en zeventig beleefde de kunst van het korte verhalen schrijven een nieuw hoogtepunt met de absurde en ironische verhalen van onder anderen F.B. Hotz, Bob den Uyl, J.M.A. Biesheuvel, Mensje van Keulen en Lévi Weemoedt. En recent stormen nieuwe talenten naar voren: Charles Ducal en Joost Zwagerman.

Nooit eerder werden zoveel verschillende korte verhalen bijeengebracht: schetsen en cursiefjes, sprookjes en short stores, grotesken en anekdoten. Deze bundel biedt een unieke kans om in kort bestek met de Nederlandse en Vlaamse literatuur van onze eeuw vertrouwd te raken. Maar bovenal is Kort een boek boordevol mooie, leuke, spannende en ontroerende verhalen.