Hans Raeder ontwaakt in een ziekenhuis van het Reich in Frankrijk. Niet ongewoon na een ongeluk. Het probleem is dat hij denkt dat hij James O’Brady is, een Amerikaans piloot. Omdat hij dat niet kan vertellen aan de mensen rondom hem, en al zeker niet aan Theo, de jonge piloot die hem bewondert, moet Hans op onderzoek naar ‘zichzelf’ om te begrijpen wie hij is. Hij gebruikt zijn hoofdletsel als voorwendsel om alles opnieuw te moeten leren: hoe zijn Focke-Wulfe te besturen, wie zijn vrienden en familie zijn. Het loopt niet vlot en zijn oversten beginnen hem onder druk te zetten. Het is oorlog en efficiëntie is belangrijk. Maar het militaire aspect is niet het moeilijkste voor Hans/James. Omgaan met het intieme aspect is ingewikkelder. Het contact met de verschillende vrouwen in zijn leven rakelt diepliggende gevoelens op en verplicht hem, nog meer dan te begrijpen wie hij is, te kiezen wie hij wil zijn: Hans of James?