In dit boek zoekt de auteur naar verklaringen voor het onterechte optimisme op herstel van ongeneeslijk zieke longkankerpatiënten. Met etnografische methoden van onderzoek volgde zij de ziekteprocessen van patiënten vanaf het slechtnieuwsgesprek tot na het overlijden. Aan de hand van verhalende beschrijvingen, afgewisseld met beschouwingen maar de auteur begrijpelijk "waarom het in de praktijk gaat zoals het gaat". Het boek is zeer herkenbaar en met veel inlevingsvermogen geschreven. Er wordt een aansprekend en levendig beeld gegeven van de taken en rollen van betrokkenen, de onuitgesproken codes, de dubbele boodsschap, het dilemma tussen de professionele houding en de persoonlijke betrokkenheid, de informatie en communicatiepatronene gedurende de verschillende fasen van de ziekte, het sluimerende besef van een naderende dood, het maatschappelijk herstelverhaal en de ambivalentie van patiënten. Allemaal factoren die van invloed zijn op de communicatie- en besluitvormingsprocessen in de palliatieve fase en het onterechte optimisme op genezing van de patiënten.Dit boek is bedoeld voor artsen, verpleegkundigen en andere bij de palliatieve zorg betrokken hulpverleners. Daarnaast bevat het boek voor ieder die zich bij het boek betrokken voelt veel lezenswaardige informatie.