Het boze oog
In 'Het boze oog' blijkt Gerrit Komrij er weer in geslaagd een geheel nieuwe bevolkingsgroep tegen zich in het harnas te jagen: die van de architecten en vormgevers, of wat zich daar voor uitgaf. Aan de hand van foto's die elkaar aanvullen of met elkaar contrasteren laat hij alleen zijn oog het werk doen. Onbevooroordeeld, wars van architectonische scholen en prietpraat. Al doende ontstond de wetenschap van het neo-ocularisme. Het nieuwe kijken dat niets vergoelijkt en zich niets aantrekt van de nieuwe kleren van de bouwkeizers die onze horizon verpieteren met hun mengeling van truttigheid en arrogantie. Hij maakt van het woord 'architect' een der ergste vloeken die de Nederlandse taal bezit en knaagt als een worm aan het vormgeversgeweten. De architectenwereld jeremieerde en klaagde steen en been: nog nooit was een zo indringend beroep op ze gedaan om de hand in eigen boezem te steken, om van hun kunstjes weer een kunst te maken. In 'Het boze oog' wordt ook ingegaan op thema's als orn
Auteur | | Gerrit Komrij |
Taal | | Nederlands |
Type | | Bindwijze overig |
Categorie | | Literatuur & Romans |