De auteur gaat in dit boek, na een grondige bronnenstudie, diep in op de strijd die de christelijke kerk al in de vroegste eeuwen tegen de seksualiteit aanbond.

Het is een aanklacht tegen de onderdrukkende seksuele moraal van de kerk(en), met name de Rooms Katholieke kerk. De auteur wandelt de hele geschiedenis door.

Hij geeft veel citaten van kerkvaders en theologen die niet erg positief zijn over seksualiteit of over vrouwen. Als hij dan weer een pleidooi voor zelfkastijding tegenkomt, stelt hij zichzelf de retorische vraag: ‘Maar is er dan niet ook een ander christendom? Een actief, blij, genietend christendom? Natuurlijk. Welk soort christendom is er niet?! Christendom is er in alle soorten. Als de ene soort de kerk niet aanstaat, beroept zij zich op de andere en als de andere niet past, beroept zij zich op de eerste…. Aan de ene kant onderwees de kerk strenge verachting van het leven en aan de andere kant werd de wereld geprezen als Gods wonderbaarlijke schepping!’(blz. 73)