Levende stilte van Stig Dagerman
'Maar de depressie heeft zeven laden en in de zevende liggen een mes, een scheermes, een vergif, een diep water en een sprong van grote hoogte. Ik houd ermee op slaaf te zijn van al dit gereedschap van de dood. Ze volgen mij als honden of ik hen als een hond. Ik geloof begrepen te hebben dat de zelfmoord het enige bewijs van de menselijke vrijheid is.'
Met dit citaat van Stig Dagerman opent Jeroen Brouwers zijn essay over een van de grootste naoorlogse schrijvers van Zweden. Stig Dagerman (1923-1954) debuteerde in 1945 met de roman 'Ormen' (De slang), in 1946 gevolgd door 'De dömdas ö' (Het eiland der verdoemden). Hij werd meteen als literair wonderkind beschouwd, schreef binnen enkele jaren drie toneelstukken, een bundel korte verhalen, een reisreportage en de roman 'Het verbrande kind' - en toen stokte de stroom. Aan een vriend bekende hij in 1954: 'Op een of andere manier is mijn leven in het slot gevallen en ik weet niet hoe ik het er weer uit kan krijgen. Ik kan niets meer, niet meer schrijven, niet meer praten, niet meer lezen.' In de nacht van 3 op 4 november stierf Dagerman, in zijn auto, in de gesloten garage van zijn huis in Stockholm.
Op ingenieuze wijze combineert Jeroen Brouwers, de schrijver van de opzienbarende studie over zelfmoord in de Nederlandse letteren De laatste deur, autobiografische feiten met de thema's in het werk van Dagerman: angst en eenzaamheid, melancholie, het besef van onveiligheid en machteloosheid — en analyseert hij de betekenis van telkens terugkerende symbolen als de zee, het eiland en het mes. Zijn essay is een eerbetoon aan een groot, maar ontroostbaar schrijver.
Met dit citaat van Stig Dagerman opent Jeroen Brouwers zijn essay over een van de grootste naoorlogse schrijvers van Zweden. Stig Dagerman (1923-1954) debuteerde in 1945 met de roman 'Ormen' (De slang), in 1946 gevolgd door 'De dömdas ö' (Het eiland der verdoemden). Hij werd meteen als literair wonderkind beschouwd, schreef binnen enkele jaren drie toneelstukken, een bundel korte verhalen, een reisreportage en de roman 'Het verbrande kind' - en toen stokte de stroom. Aan een vriend bekende hij in 1954: 'Op een of andere manier is mijn leven in het slot gevallen en ik weet niet hoe ik het er weer uit kan krijgen. Ik kan niets meer, niet meer schrijven, niet meer praten, niet meer lezen.' In de nacht van 3 op 4 november stierf Dagerman, in zijn auto, in de gesloten garage van zijn huis in Stockholm.
Op ingenieuze wijze combineert Jeroen Brouwers, de schrijver van de opzienbarende studie over zelfmoord in de Nederlandse letteren De laatste deur, autobiografische feiten met de thema's in het werk van Dagerman: angst en eenzaamheid, melancholie, het besef van onveiligheid en machteloosheid — en analyseert hij de betekenis van telkens terugkerende symbolen als de zee, het eiland en het mes. Zijn essay is een eerbetoon aan een groot, maar ontroostbaar schrijver.
Auteur | | Jeroen Brouwers |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Poëzie, Bloemlezingen & Letterkunde |