Het duiden van dromen, eens een verheven en gewichtige kunst, werd in naam van de verlichting gedurende lange tijd naar het rijk van het bijgeloof verwezen. Sigmund Freud maakte daaraan een einde: door zijn toedoen werd de oeroude opvatting dat dromen van grote betekenis zijn voor het leven weer in ere hersteld. De droom openbaart niet alleen bepaalde dingen uit ons verleden, maar bezit ook visionaire krachten, die te weinig worden opgemerkt en benut.
Het is de bedoeling van dit boek om voor die visionaire krachten een bepaalde ontvankelijkheid te wekken.
Hans Jürgen Schultz pleit niet voor een bepaalde richting, maar voor verscheidenheid. Dat blijkt duidelijk uit de wijze waarop deze uitgave werd samengesteld: door de rijke verscheidenheid aan onderwerpen en medewerkers Iaat de editor recht wedervaren aan de onuitputtelijkheid van het onderwerp.
Uit de inhoud: Wat dichters dromen. Droomuitlegging als wetenschap. Droom als informatie. Seksualiteit in de droom. Droom en kerk. De droomwereld van de drugs. De dagdroom. De politieke droom. De utopische droom. Fysiologie van de droom. Dromen dieren ook?