Het verval van de Republiek der Zeven Provinciën aan het eind van de achttiende eeuw mondde uit in de ontluistering van de Vierde Engelse Oorlog. De verbondenheid met het revolutionaire Frankrijk, culminerend in de annexatie van het 'Koninkrijk Holland', betekende het einde van de veel bezongen Republiek van de Gouden Eeuw.
De veranderingen in de periode 1783-1814 waren talrijk en van blijvende invloed.
In dit boek wordt onderzocht welke constanten zijn aan te wijzen in deze roerige tijden. Wie vormden de politieke elite? Hoe werden de bestuurders beïnvloed door de handelingen van de grootmachten? Wat was de toestand van de staatsfinanciën en, in relatie daarmee, de Indische kolonie die (tijdelijk) werd overgedragen aan Brits bestuur?
De auteur geeft een goed overzicht van deze belangwekkende periode in de vaderlandse geschiedenis en formuleert, op basis van gedegen bronnenonderzoek, mogelijke antwoorden op genoemde vragen.