Jakob Donderbaard is werkeloos. En dat terwijl hij het zwaarste werk aankan. Hij heeft al gesolliciteerd naar de gekste banen, zoals tramconducteur, aandeelhouder, postzegelverzamelaar, autosloper, duwbakdouwer en vuilverwerker, maar geen baas wil hem hebben. En dat alleen maar omdat hij zeerover is geweest! Voor het geld hoeft Jakob niet te werken. Bij hem thuis staan beschimmelde kisten vol goudstukken en sieraden, en verder heeft Jakob zo hier en daar op een onbewoond eiland ook nog wel een schat begraven liggen. Maar de hele dag je geld tellen en jenever drinken om daarna in de lege fles een scheepje te bouwen, dat gaat vervelen. En je krijgt er koppijn van boveniden. Dan krijgt de oud-zeerover een prima idee. Hij begint een oppascentrale, met zichzelf als enige werknemer...