In de drukte loopt een jongen. Hij is waarschijnlijk een jaar of vijftien. Zonder naar links of rechts te kijken steekt hij de weg over. Af en toe botst hij tegen iemand op. Als dat gebeurd, reageerd hij niet. Hij lijkt niet eens te merken dat een tram waarschuwend klingelt. Hoort hij niks of doet hij maar alsof.
Patrick voelt zich een buitenstaander. Voor hem geen blije of gezellige Kerst. Hij wordt door een groep jongens gedwongen om te stelen.
Naast dit titelverhaal In de greep van de bende van Hans Mijnders, bevat deze bundel nog vier kerstverhalen. In De laatste monnik beschrijft Henk Koesveld hoe twee jongens in de vijftiende eeuw ondanks een overstroming toch een bijzondere winter beleven. Bijzonder is ook de Kerst van Freek en Alienke, als in Het blauwe wonder van Jan Monsuur naar hun vrienden in Dresden gaan. Op onverklaarbare wijze worden ze stilgezet bij de échte betekenis van Kerst...
Ben Slingenberg schrijft in De verfdoos over Jesper, die juist met Kerst zijn overleden vader zo mist. Hij krijgt van zijn moeder en wel heel verrassend cadeau. Het laatste verhaal, De komst van Mi-jef, is geschreven door de winnares van Het Hoogste Woord 2003, Janne Ijmker. De waakzaamheid bijna is verdwenen. De jonge Imin maakt mee hoe een geheimzinnige vrouwlijke soldaat iedereen weer strijdbaar maakt.