Houen Jongens
Het is 1953. Aart en Marieke klimmen op een zaterdagmiddag op de dijk. Ze merken het meteen: het stormt heel hard. Marieke vraagt zich af of de dijk het wel zal houden. Daar lachen de jongens om. Natuurlijk is de dijk sterk genoeg! Die avond gaat Aart bij Klaas logeren. Lekker slapen doet hij niet. Hij wordt wakker van het lawaai van de storm. En hij hoort nog een ander geluid: de noodklok luidt.!
Aart en Klaas kleden zich snel aan, en gaan het dorp in om te kijken. Ze kunnen niet bij de haven komen. Want er zijn schotten geplaatst in het dorp, om het water tegen te houden. Als deze vloedplanken het water niet tegenhouden, zal de zee het dorp overspoelen! Hoe zal dat aflopen? En wat gebeurt er met Aarts vader, zijn moeder en Marieke, die buiten het dorp wonen....?
Aart en Klaas kleden zich snel aan, en gaan het dorp in om te kijken. Ze kunnen niet bij de haven komen. Want er zijn schotten geplaatst in het dorp, om het water tegen te houden. Als deze vloedplanken het water niet tegenhouden, zal de zee het dorp overspoelen! Hoe zal dat aflopen? En wat gebeurt er met Aarts vader, zijn moeder en Marieke, die buiten het dorp wonen....?
Auteur | | K. Norel |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Kinderboeken |