Het op de juiste en betrouwbare wijze classificeren van mensen met psychische of psychiatrische verschijnselen of klachten is de laatste jaren binnen de geestelijke gezondheidszorg een vereiste. Classificeren volgens een vast systeem dat alom wordt toegepast, heeft grote voordelen. Het is noodzakelijk bij het opstellen van geprotocolleerde behandelingen, en het is een voorwaarde bij gestandaardiseerd wetenschappelijk onderzoek. Bovendien maakt het communicatie gemakkelijker en bevordert het de leesbaarheid van wetenschappelijke artikelen.

In dit boek worden voorbeeldvragen gegeven die een hulpmiddel kunnen zijn bij het vaststellen van de diagnose. In beginsel wordt de hiërarchische indeling van DSM-IV-TR gevolgd, zoals die ook terug te vinden is in de Beknopte handleiding bij de DSM-IV-TR. De secties die in dit boek aan de orde komen betreffen de grotere psychiatrische aandoeningen en de persoonlijkheidsdosissen.
Werken met de DSM-IV-TR kan op verschillende manieren worden gehanteerd. Voor het interview kan, als de verwijzing of aanmelding voldoende gegevens bevat, worden ingeschat wat belangrijke en relevante vragen zijn. Na afloop van het onderzoek of interview kan worden gecontroleerd of er voldoende informatie aanwezig is om tot een psychiatrische diagnose te komen.

Dr. G.A.S. Koster van Groos is psychiater. Eerder vertaalde hij de Beknopte handleiding bij de Diagnostische Criteria van de DSM-IV en de in 2001 verschenen tekstrevisie, de Beknopte handleiding bij de Diagnostische Criteria van de DSM-IV-TR.