Henry Lee Lucas
Toen Jan Blaauw, oud-hoofdcommissaris van politie te Rotterdam, in 1996 in Amerika een lezing hield over zijn veelgeprezen boek 'Bruno Lüdke, seriemoordenaar', werd zijn aandacht gevestigd op de Amerikaanse seriemoordenaar Henry Lee Lucas. In de 'Wereldencyclopdie van moord in de twintigste eeuw' (New York, 1992) worden Henry Lee Lucas en Bruno Lüdke vanwege de alfabetische volgorde direct na elkaar vermeld.
Na voorstudie werd het Blaauw duidelijk dat de affaire van de seriemoordenaar Henry Lee Lucas binnen de Amerikaanse politie tegenstellingen had opgeroepen.
Over één ding was men het eens: Lucas is een gruwelijke moordenaar. De meningen lopen echter uiteen waar het gaat om de aantallen moorden die hij gepleegd zou hebben. Sommigen houden het op 'slechts' een paar, anderen op 25 tot 100. Blaauws nieuwsgierigheid en speurzin waren gewekt: hij probeerde te ontdekken wat ten aanzien van de beschuldigingen tegen Lucas op werkelijkheid of op fictie berustte. Drie keer bezocht hij de Verenigde Staten om onderzoek te doen naar de tien moordzaken waarin Lucas ter dood werd veroordeeld. Hij bestudeerde de betreffende dossiers, bezocht de plaatsen delict, en sprak met politieambtenaren, officieren van justitie, rechters en andere betrokkenen. Hij kreeg toestemming om de inmiddels 62-jarige Lucas drie keer in zijn dodencel te spreken.
Vanaf zijn arrestatie in 1983 gold Lucas voor de politie en de media als de grootste en gruwelijkste seriemoordenaar aller tijden. Maar al te snel werden hem honderden moorden toegerekend. Blaauw toont op een fascinerende wijze - waarbij de lezer als vanzelf ook medespeurder wordt - aan, dat hier sprake is van een Lucas-mythe, die gevoed werd door de scoringsdrift van de politie en de justitie. Hoe funest dit kan zijn, illustreert de auteur in zijn nawoord met het onderzoek in de Puttense moordzaak.
Na voorstudie werd het Blaauw duidelijk dat de affaire van de seriemoordenaar Henry Lee Lucas binnen de Amerikaanse politie tegenstellingen had opgeroepen.
Over één ding was men het eens: Lucas is een gruwelijke moordenaar. De meningen lopen echter uiteen waar het gaat om de aantallen moorden die hij gepleegd zou hebben. Sommigen houden het op 'slechts' een paar, anderen op 25 tot 100. Blaauws nieuwsgierigheid en speurzin waren gewekt: hij probeerde te ontdekken wat ten aanzien van de beschuldigingen tegen Lucas op werkelijkheid of op fictie berustte. Drie keer bezocht hij de Verenigde Staten om onderzoek te doen naar de tien moordzaken waarin Lucas ter dood werd veroordeeld. Hij bestudeerde de betreffende dossiers, bezocht de plaatsen delict, en sprak met politieambtenaren, officieren van justitie, rechters en andere betrokkenen. Hij kreeg toestemming om de inmiddels 62-jarige Lucas drie keer in zijn dodencel te spreken.
Vanaf zijn arrestatie in 1983 gold Lucas voor de politie en de media als de grootste en gruwelijkste seriemoordenaar aller tijden. Maar al te snel werden hem honderden moorden toegerekend. Blaauw toont op een fascinerende wijze - waarbij de lezer als vanzelf ook medespeurder wordt - aan, dat hier sprake is van een Lucas-mythe, die gevoed werd door de scoringsdrift van de politie en de justitie. Hoe funest dit kan zijn, illustreert de auteur in zijn nawoord met het onderzoek in de Puttense moordzaak.
Auteur | | J.A. Blaauw |
Taal | | Nederlands |
Type | | Onbekende bindwijze |
Categorie | | Thrillers & Spanning |