In de Balievallei in Centraal-Nieuw-Guinea leven de Koereloe, een stam die de tradities van de steentijd tot in de twintigste eeuw heeft weten te behouden. Peter Matthiessen bezocht de Koereloe met de Harvard-Peabody Expeditie, waarvan ook Michael Rockefeller deel uitmaakte. Daarna schreef hij dit boek, dat sinds verschijning in 1962 uitgroeide tot een klassieker van de antropologisch georiënteerde reisschrijfkunst.
Matthiessen geeft geen verslag van de expeditie zelf, maar schildert portretten van enkele individuen, die te zamen een indrukwekkend beeld geven van het leven van de Koereloe. Hoofdpersonen zijn de grote strijder Weaklekek, de varkenshoeder Toekoem, Oemoeë en zijn gezin en de jongen Weake, die gedood wordt bij een verrassingsaanval. We volgen hen in hun tijdloze ritme van werk, spel en strijd en worden geconfronteerd met de dagelijkse zorg om voedsel, met de traditionele feesten en de vastomschreven begrafenisrituelen en met de telkens oplaaiende gevechten tussen concurrerende stammen.
Peter Matthiessen beschreef een wereld die op het punt stond ten onder te gaan, met het oog van een wetenschapper en het hart van een groot schrijver.

Eerder verscheen van Peter Matthiessen bij Uitgeverij Contact De rivier van de negenkoppige draak.