Julia Voorschot heeft zich na een venijnig arbeidsconflict teruggetrokken op het platteland. Na een glansrijke carrière in de luwte van de internationale politiek wil ze zich graag meer overgeven aan het onverwachte. Toch kiest ze zelf weer voor een nieuwe confrontatie met haar verleden, wanneer ze naar Amsterdam vertrekt voor een reünie van haar voormalige collega’s. De hele dag speelt het gebeurde in haar achterhoofd. Tijdens haar ochtendwandeling, de treinreis, het winkelen en tijdens het eten met haar man Kasper gaat het voortdurend over haar werk, haar vroegere werk en over wonden die niet willen helen. De onstuitbare terreur van Julia’s verbeelding culmineert in een deliriumals ze ’s avonds na een paar whisky’s te veel op haar hotelkamer in bed belandt.