`Nu zullen wij ons gaan bezighouden met het grootste werk van de natuur en de mens zijn eigen voedingsmiddelen voorhouden, en we zullen hem dwingen toe te geven hoe weinig hij weet van datgene waarvan hij leeft.
Plinius, De Wereld (eerste eeuw n.Chr.)

Wat at de mens toen hij zijn voedsel nog uit de natuur moest verzamelen? Kan
de Nederlander in de eenentwintigste eeuw nog steeds leven van wat hij vindt
in de natuur? Welke plaats is er voor wilde planten, noten, vruchten en paddestoelen
in onze huidige (eet)cultuur?
Zo kort geleden als de eerste helft van de twintigste eeuw, voor de onstuitbare
opmars van de bio-industrie en de `culinaire revolutie , trok men de natuur in
om zijn dagelijkse dieet aan te vullen. Na een winter van eenzijdig voedsel als
zoute boontjes, zuurkool en gepekeld vlees, stortte men zich in het voorjaar op
de eerste brandnetels, zuring en paardenbloemen om het ontstane gebrek aan
vitamine weer op peil te brengen. Binnen één eeuw heeft er dus een enorme
verandering plaatsgevonden en is het eten uit de wilde natuur totaal uit onze
cultuur verdwenen.
In Van Nature laat Ria Loohuizen zien hoeveel producten er in ons land nog
gevonden en geplukt kunnen worden geheel in de geest van deze tijd van
geboden duurzaamheid (en zuinigheid). Van Nature bestaat uit twee delen: een
cultuurhistorische beschouwing over de geschiedenis van ons voedsel en een
praktisch gedeelte met aanwijzingen over het determineren, plukken, bewaren
en bereiden van eten uit het wild. Aan de hand van deze smakelijke gids is
het mogelijk het hele jaar door natuurlijk eten op tafel te zetten.

Van Nature is het zevende boek van Ria Loohuizen over eten uit het wild.