Romeinse Leger
In de tweede helft van de vierde eeuw ging het niet goed met het Romeinse rijk. Wat keizers ook probeerden, het wilde maar niet lukken om het rijk in zijn oude luister te herstellen. Een van de grootste problemen was het leger, ooit de basis van de Romeinse expansie en machtsuitoefening. Krijgsdienst was niet meer populair. Jongens die vroeger een militaire carrière ambieerden, wenden zich daar nu van af en kozen voor een baan in de ambtenarij.
Vele schrijvers hebben hun zorgen over de ontstane situatie op papier gezet. Een van hen deed dat op een heel speciale manier. Zijn naam is Vegetius. Aan het einde van de vierde eeuw richtte hij zich in een geschrift Epitoma rei militaris, vrij vertaald Het Romeinse leger, tot de keizer, vermoedelijk Theodosius. Het is fascinerend te lezen hoe Vegetius aan de hand van een vergelijking met vroeger tijden uitlegt dat uitgebreide legerhervormingen noodzakelijk zijn om het leger zijn oude kracht terug te geven. Alleen een leger waarin goed geselecteerde rekruten worden opgeleid tot volwaardige soldaten en discipline de boventoon voert, is volgens hem in staat om de invasies van de barbaren een halt toe te roepen.
Fik Meijer is hoogleraar Oude geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, vertaler en schrijver. Hij publiceerde eerder onder andere ‘Paulus’zeereis naar Rome’ en ‘Keizers sterven niet in bed’.
Auteur | | Flavius Vegetius Renatus |
Taal | | Nederlands |
Type | | Onbekende bindwijze |
Categorie | | Literatuur & Romans |