In 1960 werd de Tibetaanse monnik Palden Gyatso gevangengenomen door de Chinese bezetters van zijn land. Hij was toen in de twintig en zou meer dan dertig jaar in gevangenissen doorbrengen - vernederd, gemarteld en steeds onder de meest erbarmelijke omstandigheden. Nadat hij door Amnesty International was geadopteerd als gewetens gevangene, werd Palden Gvatso in 1992 eindelijk vrijgelaten. In Het vuur onder de sneeuw vertelt Palden Gyatso het verhaal van zijn land en zijn volk, en van hun lange onderdrukkingen verhaal dat gruwelijk maar ook fascinerend en inspirerend is: hoe een klein, afgesloten land te lijden krijgt onder een grote agressor en hoe een koppig individu zich ondanks alles staande houdt en geestelijk groeit.