Over God wordt veel gesproken, maar het gesprek over de taal van bijbel en geloof is vaak een debat tussen dogma en dichter, tussen de soms wat steile taal en de soms wat ijle taal. Daartussenin moet ruimte zijn voor een andere houding, voor leren, voor het spellen van de teksten om de meer alledaagse taal over God terug te vinden. In Een roostervrije dag is Eep Talstra op zoek naar onbevangenheid in de omgang met de taal van bijbel en geloof. Hiervoor moeten de teksten van de bijbel gelezen en herlezen worden. En dat moet gebeuren met de beperkte, interessante, maar ook wel lastige kennis die we nu hebben van de historische achtergrond van de bijbel en van de grote verschillen tussen de diverse bijbelboeken. Bij dit onbevangen lezen is respect nodig voor geloofstradities die al vele generaties vitaal zijn; toch mag de lezer ook weer niet opgesloten worden in klassieke zegswijzen of in wollige liturgische routines. Onbevangen: dat betekent een vraag om vrije ruimte. Ruimte die niet wordt opgemaakt door de eisen van de markt. En ruimte die niet door de theologie wordt ingevuld met vaste patronen van teksten en symbolen.