In dit proefschrift staan twee cruciale traktaten van Thomas a Kempis centraal: de Hortulus rosarum en de ' Vallis liliorum. Thomas schreef deze voor jonge medebroeders, die hij trachtte te leiden naar een intens bewustzijn van God. De traktaten worden, in het licht van zijn doel, onderzocht op Thomas' ideeën over God, Christus, de mens en het leven na de dood. Deze analyse toont de verschillende aspecten die bijvoorbeeld in Thomas' godsbeeld te onderscheiden zijn. Zo roept Thomas God als strenge oordelaar in herinnering, als hij zijn lezer - in de eerste fase van diens religieuze ontwikkeling - vooral door vrees bewust wil maken van Gods macht, en hem bovendien wil aanzetten tot een juiste manier van leven. maar in het verloop van de traktaten wordt duidelijk dat het besef van Gods barmhartigheid belangrijker is. Volgens Thomas vindt de mens zijn vervulling en bevrijding immers niet in vrees, maar in het verlangen naar een genadige God. De originaliteit en de kracht van Thomas' denken is gelegen in het feit dat hij mystieke aspiraties en een ascetische levensstijl samenbrengt in zijn geschriften. Zo wordt in zijn idee het verlangen naar God de allesbepalende factor in het menselijk leven. De studie naar Thomas' theologische gedachtegang wordt voorafgegaan door een schets van zijn leven en werk in het licht van de Moderne Devotie. Daarnaast bevat dit boek een historiografie van het Thomas a Kempis-onderzoek en een nieuwe uitgave van de Hortulus en de Vallis.