'Albertus, een monnik uit Metz, schreef voor de bisschop Burchard van Worms een weliswaar kort, maar toch nuttig verhaal over de gebeurtenissen van zijn tijd', vermeldt Sigebertus van Gembloux in zijn Catalogus de viris illustribus. We weten dat deze Alpertus in elk geval ook een (fragmentarisch overgeleverd) werkje schreef over de laatste jaren van het leven van bisschop Diederik I van Metz (965-984), dat hij opdroeg aan abt Constantijn van het St-Symphorianusklooster in dezelfde stad. Hans van Rij meent, dat Alpertus ook de auteur is van de Walburgsmirakelen. In 1980 publiceerde Hans van Rij een Latijnse editie met Nederlandse vertaling van Gebeurtenissen van deze tijd en Een fragment over bisschop Diederik I van Metz.

In dit boek zijn alleen de Nederlandse vertalingen opgenomen en aangevuld met de nooit eerder vertaalde Walburgsmirakelen. In de herziene inleiding ontvouwt Hans van Rij nieuwe hypothesen over Alpertus en zijn werken. Hoewel Alpertus in zijn werk over Diederik I niet laat merken dat hij Metz goed kent, zijn er verschillende andere aanwijzingen dat hij er enige tijd monnik is geweest, mogelijk in het St.-Vincentiusklooster. Waarschijnlijk heeft hij daar in of kort na 1005 zijn werkje over Diederik geschreven. De Gebeurtenissen van deze tijd, de belangrijkste bron voor de vroeg-middeleeuwse geschiedenis van Nederland, moet geschreven zijn tussen 1021 en 1024, ergens in het bisdom Utrecht. Alpertus kent de streek goed en beschrijft de wederwaardigheden van de hoofdpersonen Wichman en Balderik met een overvloed aan details. De vertrouwelijke toon waarmee hij over verschillende personages spreekt, wijst niet alleen op bekendheid met hen maar ook op een afkomst uit hoge kringen. Maar waar schreef Alpertus? Na alle mogelijkheden kritisch bestudeerd te hebben, conludeert Van Rij dat Tiel de beste papieren heeft. Alpertus zou dan in de Walburgskerk verbleven moeten hebben.