Bart is een montere weduwnaar van middelbare leeftijd, die zijn sigarenzaak heeft verkocht na herhaalde roofovervallen. Meneer Wolffers, een cynische mopperaar, was ooit leraar en een gevreesd criticus, tot zijn carrière om duistere redenen in het slop raakte. Ze leren elkaar kennen als Bart zich als vrijwilliger aanmeldt om regelmatig een wandeling te maken met de inmiddels hoogbejaarde Wolffers in zijn rolstoel. In sprankelende dialogen wordt het verloop van een onwaarschijnlijke vriendschap geschetst. Terwijl meneer Wolffers almaar filosofeert over het belang van verhalen, wordt Bart steeds nieuwsgieriger naar het verhaal dat de ander zo hardnekkig verzwijgt. Pas na de dood van meneer Wolffers krijgt hij de sleutel tot diens geheim in handen.
Het labyrint van meneer Wolffers is een hoogst originele roman met een filosofische angel. Tegelijkertijd laat dit boek zich lezen als een reeks wandelingen door de oude binnenstad van Amsterdam, compleet met plattegrondjes.