Groninger historische reeks 29 - Stad en lande tijdens de Bataafse Republiek
''Groninger Historische Reeks, 29
De komst van het Franse revolutionaire leger naar de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden leidde begin 1795 tot het einde van het stadhouderlijk stelsel en tot veranderingen op maatschappelijk en politiek-bestuurlijk gebied, ook wel aangeduid als de Bataafse Omwenteling. Toch wist het gewest Stad en Lande zijn bestaan nog enkele jaren te rekken. Wel raakte het gedurende die jaren zijn gekoesterde soevereiniteit kwijt, door het van kracht worden van onze eerste nationale grondwet in 1798.
De periode na de Bataafse Omwenteling was voor alle betrokkenen een verwarrende tijd. Onder toenemende Franse druk volgden de besturen elkaar snel op en werden ze gaandeweg behoudender, de Stad verloor langzamerhand haar machtspositie, het lichaam der Ommelanden werd opgeheven en de eeuwenoude rechtstoelen op datzelfde Ommelander platteland verdwenen. De plaatselijke besturen, die het tien jaar lang hadden moeten vol-houden, bevonden zich in een benarde positie. De achttiende-eeuwse verlichte opvattingen met betrekking tot de scheiding van bestuur en rechtspraak waren zowel in de Stad als op het platteland maar moeilijk te verwezenlijken.
Na verloop van tijd bleek er een tendens richting eenhoofdig gezag te bestaan, die aanvankelijk uitmondde in de aanstelling van een Raadpensionaris op nationaal niveau. Ook op het departementale niveau vond een ingrijpende verandering plaats: met de aanstelling van de landdrost in 1807 kwam er een einde aan het collegiale bestuur.
In Stad en Lande tijdens de Bataafse Republiek wordt voor het eerst aandacht besteed aan de moeizame, maar boeiende omvorming van de bestuurlijke en gerechtelijke situatie in Groningen aan het einde van de achttiende eeuw. Voor het eerst ook wordt in dit boek Groningen als deel van het veel grotere departement van de Eems uitvoerig beschreven, en wordt de positie van de commissaris van de Haagse machthebbers bij dit departement belicht.
Dr. H.A. Kamphuis is historicus. Groningse en Limburgse geschiedenis heeft zijn bijzondere belangstelling. Hij is gepromoveerd op een rechtshistorisch onderzoek naar de invoering van wetge-ving uit het Frankrijk van de Revolutie in het departement van de Nedermaas (hoofdstad Maastricht).''
De komst van het Franse revolutionaire leger naar de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden leidde begin 1795 tot het einde van het stadhouderlijk stelsel en tot veranderingen op maatschappelijk en politiek-bestuurlijk gebied, ook wel aangeduid als de Bataafse Omwenteling. Toch wist het gewest Stad en Lande zijn bestaan nog enkele jaren te rekken. Wel raakte het gedurende die jaren zijn gekoesterde soevereiniteit kwijt, door het van kracht worden van onze eerste nationale grondwet in 1798.
De periode na de Bataafse Omwenteling was voor alle betrokkenen een verwarrende tijd. Onder toenemende Franse druk volgden de besturen elkaar snel op en werden ze gaandeweg behoudender, de Stad verloor langzamerhand haar machtspositie, het lichaam der Ommelanden werd opgeheven en de eeuwenoude rechtstoelen op datzelfde Ommelander platteland verdwenen. De plaatselijke besturen, die het tien jaar lang hadden moeten vol-houden, bevonden zich in een benarde positie. De achttiende-eeuwse verlichte opvattingen met betrekking tot de scheiding van bestuur en rechtspraak waren zowel in de Stad als op het platteland maar moeilijk te verwezenlijken.
Na verloop van tijd bleek er een tendens richting eenhoofdig gezag te bestaan, die aanvankelijk uitmondde in de aanstelling van een Raadpensionaris op nationaal niveau. Ook op het departementale niveau vond een ingrijpende verandering plaats: met de aanstelling van de landdrost in 1807 kwam er een einde aan het collegiale bestuur.
In Stad en Lande tijdens de Bataafse Republiek wordt voor het eerst aandacht besteed aan de moeizame, maar boeiende omvorming van de bestuurlijke en gerechtelijke situatie in Groningen aan het einde van de achttiende eeuw. Voor het eerst ook wordt in dit boek Groningen als deel van het veel grotere departement van de Eems uitvoerig beschreven, en wordt de positie van de commissaris van de Haagse machthebbers bij dit departement belicht.
Dr. H.A. Kamphuis is historicus. Groningse en Limburgse geschiedenis heeft zijn bijzondere belangstelling. Hij is gepromoveerd op een rechtshistorisch onderzoek naar de invoering van wetge-ving uit het Frankrijk van de Revolutie in het departement van de Nedermaas (hoofdstad Maastricht).''
Auteur | | H.A. Kamphuis |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Geschiedenis |